Na in de
eerdere berichten de aanloop van de diagnose “Waldenström” te hebben belicht
even een korte bijdrage over de huidige situatie.
In februari
moest ik vervroegd voor controle naar mijn internist. Controles worden altijd
gevolgd door gesprekjes over hoe verder te gaan met de ziekte en welke
veranderingen er zijn waargenomen. Als je gebeld wordt met de mededeling dat je
eerder moet langskomen is dat geen reden om vrolijk te worden. Het bleek deze
keer dat het IgM, (een eiwit dat niet in het bloed thuis hoort, maar er wel is)
behoorlijk vermeerderd is. Dit zou kunnen betekenen dat gestart moet worden met
behandelen (chemo-kuren). Er spelen altijd een aantal andere zaken mee en
besloten is om eerst de ontwikkeling van de polyneuropathie te onderzoeken.
Er volgde
een periode waarin allerlei neurologische onderzoeken gedaan werden, wat
resulteerde in de vaststelling dat de aandoening zich in negatieve zin verder
aan het ontwikkelen was.Nadat dit alles in mei achter de rug was, is er besloten voorlopig nog niet met behandelen te beginnen.
In oktober werd opgemerkt dat het nivo van het IgM zich lijkt te stabiliseren en is besloten om de laatste onderzoeken uit te gaan voeren. Een vet-bioptie en een bloedonderzoek gericht op het traceren van bepaalde kwaadaardige antistoffen in het bloed.
Beide onderzoeken gaven aan dat er geen niet eerder waargenomen antistoffen aanwezig zijn.
Voorlopig blijf ik in het wait-and-see beleid zitten.
Wat ik tot
nu toe geschreven kan het idee oproepen dat deze hele geschiedenis geen
emotionele effecten op me heeft, maar dat is maar schijn. In de vervolg
berichten zal ik proberen ook de psycho/emotionele gevolgen mee te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten