donderdag 2 juni 2016

Alweer onzekerheid.

Inmiddels zijn we een paar weken verder. De antibiotica die me werd voorgeschreven zorgde voor nogal wat reacties. Hoofdzakelijk vermoeidheid. Mijn temperatuur stabiliseerde min of meer en na een paar wat ongemakkelijke dagen verdwenen de klachten waar het allemaal om draaide. Mijn huisarts liet nog wel mijn urine testen op allerlei andere vormen van infecties en dergelijke. Er bleek uiteindelijk niets meer aan de hand, al werden er nog wel wat residuen van de blaasontsteking  aangetroffen en werd er bloed in mijn urine gevonden. Vorig jaar was dit ook het geval en daarom is er besloten nog een tijdje te wachten om te zien of de verschijnselen weer terug komen. Ik was wel blij dat mijn huisarts uitgebreid de tijd voor me nam, en dat in het gesprek allerlei randzaken van fysieke, maar ook van psychische aard aan de orde kwamen.
Deze week was het helaas weer prijs. Dezelfde verschijnselen als een maand geleden, urine die een kleur heeft die niet te onderscheiden is van de kleur van een goed glas Bordeaux, temperaturen die weer tussen de grenzen van het toelaatbare schommelen, en soms zelfs daarbuiten, en de gebruikelijke vermoeidheidsverschijnselen duiken ook weer op. Dus maar weer een afspraak gemaakt met de huisarts. Ik verwachtte dat het uit zou draaien op doorbehandelen met antibiotica. Dat gebeurde ook, maar ik werd ook gelijk doorverwezen naar de uroloog. Daar is besloten eerst de antibiotica zijn werk te laten doen en vervolgens kijken welke weg verder te bewandelen.
Op dit moment zit ik dus aan de medicijnen, die nog geen bal geholpen hebben. De klachten worden alleen maar erger. Misschien verwacht ik te veel of ben ik te ongeduldig.
Gister stuitte ik bij toeval via de berichtgeving van Hematon/Waldenström op een artikel dat handelt over een onderzoek naar nierproblemen bij Waldenström.  Ik las over de verschijnselen en zag dat die één op één op die van mij pasten. Het heeft te maken met te kleine witte bloedlichaampjes en onvoldoende gedeelde rode bloedlichaampjes die kunnen voorkomen in een deel van het weefsel van de nieren. Dit komt maar bij een klein deel van de patiënten voor. Even verder in het artikel werd de wijze van behandelen besproken en de prognose. Ik werd daar niet vrolijk van. Normaal gesproken beschouw ik altijd zoiets, zolang het nog niet vast staat, als een vals alarm. Dat is ook nu zo, al merk ik dat het me meer bezig houdt dan normaal. Ook de voortdurende temperatuurswisselingen en vermoeidheid beginnen een negatieve invloed op mijn gemoed te krijgen. Ik weet niet waarom, maar ik moest gelijk aan een liedje van Joni Mitchell denken, dat helemaal niks te maken heeft met mijn gemoedstoestand en het onderwerp, behalve het terugkerende “false alarm” dan. Ik beluister het nu regelmatig en het stelt me wat meer op mijn gemak. Misschien komt het omdat ik door het gevoel dat deze, in mijn ogen, godin, die ik beschouw als de beste singer/songwriter die dit universum ooit heeft voortgebracht, bij mij veroorzaakt, ik altijd bij de kern en het relatieve van mijn bestaan terecht kom. Ik neem het maar even op in dit bericht.


Maandag zit ik bij mijn hematoloog/oncoloog. Ik ben benieuwd hoe zij mijn gezondheid beoordeelt en of mijn huidige klachten werkelijk gerelateerd zijn aan Waldenström. Afwachten dus maar weer. Ik hoop dat er nu eens echt antwoorden komen waar ik verder mee kan.
Ondertussen blijf ik zo veel mogelijk bezig en genieten van de dingen die nog gaan. Gister wezen golfen, morgen weer. Het gaat wonderbaarlijk goed daarmee, en dat geeft een erg goed gevoel.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten