dinsdag 27 december 2016

En al weer gaat het heel anders dan gedacht.

Zo, we zijn weer een tijdje verder sinds mijn laatste bericht op dit blog. Ik schrijf dit op eerste kerstdag met de hand aangezien ik even geen laptop tot mijn beschikking heb.
Er is nogal wat gebeurd sinds het laatste bericht. Ik start dit stuk maar even op 20 december. In de nacht van 19 op 20 december ging het helemaal mis. Ik kon totaal niet meer plassen en dat veroorzaakte behoorlijk veel pijn. Tegen de ochtend heb ik het noodnummer van de afdeling oncologie van het ziekenhuis gebeld en een tijdje later was de noodarts bij me thuis. Die heeft geprobeerd via een katheder de boel weer op gang te krijgen, maar dat mislukte helaas. Er zat maar één ding op: naar het ziekenhuis. De dienstdoende arts besloot een spoelkatheder aan te brengen en me in het ziekenhuis op te nemen. Deze keer werd het de afdeling urologie. Het inbrengen van de spoelkatheder was geen pretje, en nou druk ik me eufemistisch uit. Het haalde wel de druk van mijn blaas weg. Op zich fijn, maar daarvoor in de blaas kwamen blaaskrampen. Er is nog even geprobeerd d.m.v. injecties met morfine de pijn te verlichten, maar dit had meer een erg tijdelijk effect. Al snel werd ik naar de afdeling gebracht en kreeg ik een specifiek medicijn om die blaaskrampen te onderdrukken. Dat ging redelijk. Ik kreeg die krampen nu nog slechts eens per kwartier en ze hielden meestal niet langer dan een minuut aan. Via de spoelkatheder ging er 3 liter vocht in en uit de blaas. De bedoeling was om de bloedstolsels in mijn blaas eruit te krijgen. Deze procedure heeft geduurd van dinsdagochtend tot donderdagochtend. Op donderdagochtend leek het er op dat de blaasstolsels opgeruimd waren en werd besloten de katheder te verwijderen. Een hele opluchting, want een katheder van dit formaat is echt een hel. Na een tijdje moest ik proberen zelfstandig te plassen en moest dus naar het toilet lopen. Op dat moment kwam ik er achter dat lopen nagenoeg onmogelijk was. Met wat hulp lukte het me toch. Elke pas deed me echter pijn. Het vermoeden was dat er een uitzaaiing zit in het gewricht van linker bovenbeen en bekken. Ik heb die donderdag toch geleerd weer wat te lopen. De pijn bleef echter. Vrijdagochtend was de pijn in het gewricht behoorlijk opgelopen en ook had ik behoorlijk pijn in één van de ribben aan de linkerkant. Met behulp van vloeibare morfine is geprobeerd de pijn draaglijk te houden. Op zaterdagochtend was de pijn in het heupgewricht behoorlijk opgelopen. Mijn uroloog, die toevallig weekend-dienst had, vond dat hier wat aan gedaan moest worden. Het zgn. pijn-team was de dag ervoor al ingeschakeld, maar had zich nog niet laten zien. Mijn uroloog besloot tot actie over te gaan en besloot in overleg de dosis van de morfinepleisters flink op te hogen en een poging te wagen het RIF te bewegen nog dezelfde dan de rib en het gewricht te onderzoeken en eventueel te bestralen. Dit lukte, en zaterdagmiddag rond een uur of vier waren het onderzoek en de bestraling achter de rug. Op de afdeling kreeg ik een extra pleister. De verpleegkundige di de pleister aanbracht was verbaasd over de hoogte van de dosering aangezien die al enorm hoog was.
De eerste kerstdag begon goed. De pijn was behoorlijk gezakt en ik kon, zij het met behulp van een rolstoel die ik al rollator gebruik, weer lopen zonder pijn. Ik kreeg die dag ook een klysma, aangezien ik al een tijdje geen ontlasting had gehad. Ik heb die dag heel wat af “gelopen” met mijn rolstoel. Zo nu en dan moet ik wel even zitten vanwege duizeligheid, maar ja, wat wil je met zo veel drugs in je lijf.
De afgelopen week heeft ook wel voor de nodige emoties gezorgd. Logisch denk ik, gezien de pijn en het matige tempo waarin de pijn weggetrokken is. Het is de bedoeling dat er op termijn bekeken wordt of er rechts ook één van mijn ribben bestraald moet worden. Verder is de bloedarmoede bekeken, en wordt er nagedacht over hoe dit te behandelen. Gedacht wordt aan een bestraling van de rechternier. Afgelopen donderdag had ik weer een bloedtransfusie gehad, wegens een snel dalend HB. Ik hoop dat dat kan, want dan zijn er gelijk twee problemen opgelost, de bloedarmoede en het ontstaan van stolsels.
De kerstdagen had ik me toch even anders voorgesteld, maar ja het is niet anders. De uroloog vond het niet verantwoord om me deze twee dagen thuis te laten zijn, en eerlijk gezegd ben ik wel blij dat ik stevig onder controle wordt gehouden. In de nacht van eerste op tweed kerstdag ging er weer iets mis. Ik moest om een uur of vijf plassen en dat wilde maar nauwelijks lukken. De verpleegkundige heeft daarna gecontroleerd of er nog urine was achter gebleven in de blaas. Dar was het geval. Ze heeft via een katheder de blaas verder geleegd. ’s Morgens ging het plassen min of meer normaal. ’s Middags kwam mijn zoon, die mocht blijven eten voor een kerstdiner. War er toch nog iets van een kerst gevoel.

Nu, dinsdag, zit ik te wachten op de dingen die gaan gebeuren, en daar valt maar nauelijk iets over te zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten