Een jaar is voorbij gegaan, en wat ik
aan het eind van een jaar wel vaker doe is terugblikken. Dit jaar is dat niet
anders. Het is wel voor het eerst dat ik dat opschrijf. Bij dat terugkijken is
de laatste jaren niet onbelangrijk geworden te recapituleren hoe het met mij
qua gezondheid gesteld is. Misschien kan ik het het best omschrijven als het
opmaken van de winst en verliesrekening van mijn gezondheid. Er zijn nogal wat
dingen gebeurd die niet aardig waren, en waar ik al eerder melding van maakte.
Overheersend was het gedoe met een niet verdwijnende blaasontsteking en de
zaken die in verband daarmee erop volgden. Ik heb die periode, achteraf gezien,
niet als prettig ervaren. Ik heb geprobeerd in die periode steeds van dag tot
dag te leven en maar te berusten in zaken waar ik geen enkele invloed op had.
Dat is me aardig gelukt, mee dankzij de gesprekken die ik heb gehad met
lotgenoten. Die gesprekken waren steeds een aardig referentiepunt, en ik merk
dat ik behoorlijk goed kan omgaan met onzekerheden, tegenslagen en verminderde
mogelijkheden. Ik vind het ondertussen niet meer zo nodig om een overdosis aan
energie te steken in het gezond blijven. Het is namelijk een overbodige
exercitie gebleken. Er zijn nauwelijks zaken waar ik invloed op kan uitoefenen.
Wel blijf ik bezig met mijn conditie op pijl te houden, maar ik kan goed
accepteren nu dat een verslechtering daarvan, door wat voor omstandigheid dan
ook, niet moet leiden tot een versneld herstel daarvan. Het valt me achteraf op, dat ik per dag
eigenlijk maar weinig bezig ben met ziek zijn. Eigenlijk is dat beperkt
gebleven tot de momenten dat er naar het ziekenhuis gegaan moest worden, de
maandelijkse lotgenotenavond, de momenten dat er naar mijn gezondheid gevraagd
werd en de momenten dat mijn lichaam aangaf dat er iets niet klopte. Dat
laatste wordt naarmate de tijd vordert trouwens een proces wat minder bewust
ervaren wordt. Wat daarbij ook geholpen heeft is, dat ik de
dagelijkse routinezaken zoals temperatuur opnemen en zo in overleg met mijn
hematoloog achterwege kan laten.
Wat verder memorabel is zijn de
bijeenkomsten met lotgenoten bij het Behouden Huys. Ik ervaar het als een warm
bad, ook al komen er soms erg verdrietige zaken aan de orde. Het is een
waardevol leerproces mezelf te leren kennen en de eigen mogelijkheden en
beperkingen te ontdekken en te activeren. Buiten het Behouden Huys heb ik nog
regelmatig gesprekken met een lotgenoot die dezelfde insteek als ik heeft. We
spreken nooit over ziek zijn, maar wel over het mens zijn. We hebben ook een
keer een liedje op elkaar losgelaten om elkaars kenmerken te illustreren.
Aardig is dat voor mij het volgende liedje aan me voorgeschoteld werd. Een liedje dat ik
afgelopen jaar wel eens draaide in mijn zoektocht naar mezelf, en speciaal deze
uitvoering vind ik erg treffend.
Een jaar is voorbij gevlogen en ik
prijs me gelukkig dat ik niet binnen de statistiek van de ziekte van
Waldenström val. Hopelijk blijft dat zo.
Ik zit nu al een behoorlijke tijd in
Oostenrijk, en dat bevalt me prima. Helaas moet ik binnenkort voor een korte
periode naar huis. Eind januari of anders de eerste week van februari ben ik in
ieder geval weer voor een lange periode terug hier in Oostenrijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten